Uit Zwarte waarheid: Chapter 3A
Deel 3.6 De mythe van de Afrikaanse kannibaal
Iedereen kent de grappige cartoons en striptekeningen van “primitieve” Afrikanen die witte mensen in een grote ketel koken.
Het is gewoon propaganda. Met deze tactiek zijn zovele boosaardige en kwetsende vooroordelen en leugenachtige verhalen over het Zwarte ras als waarheid in de wereld gebracht.
Door hetzelfde soort beelden onafgebroken via allerlei media in het denken te programmeren word het racistisch idee van de primitieve en onbeschaafde zelfs beest-achtige Afrikaan levend gehouden.
Dit idee van Afrikaanse menseneters is een mythe die zijn oorsprong heeft in de aanvangsperiode van de Trans-Atlantische Slavenhandel en Slavernij (16e eeuw CE). En is ontstaan vanuit het westers-christelijk denkbeeld dat de witte mens het toonbeeld is van het goede en het ras is met de hoogste ethiek en moraal. De Zwarte mens werd gezien en geportretteerd als het absolute tegenovergestelde.
Volgens de kerkleer, tot op heden diep geworteld in de harten en het denken van veel witte christenen en non-christenen, is de Zwarte mens een “gebroed des duivel”. Of in ieder geval iemand met een laag karakter en een bestiaal innerlijk.
De mythe van de Afrikaanse kannibaal functioneerde als een geweldige verkoop-tactiek voor het overtuigen van christenen die sceptisch leken ten opzichte van slavenhandel en slavernij. Want “ziedaar den kannibalistische neger, hij verdient het door slavernij getuchtigd tot jezus te koomen”.
Maar om deze mythe te doorgronden moet je beseffen dat het geboren is uit het onbegrip en de angst van de bijgelovige Europeaan voor de spirituele reinigings-rituelen en de begrafenis-rituelen van de Afrikaanse mens.
De christelijke Europeanen leefden in een tijdperk van heksenjachten (16e, 17e, 18e eeuw CE). Uit onderzoek blijkt dat er in Europa honderdduizenden onschuldige vrouwen door verdrinking of verbranding werden vermoord in die barbaarse periode. En tientallen miljoenen andere als heks beschouwd gearresteerd en gemarteld werden. Het was de angst voor zelfstandig denkende vrouwen die “onchristelijk” leefden. En met hun on-christelijke ideeën en leefstijlen een bedreiging vormden voor de gevestigde door mannen gereguleerde orde.
Vanuit deze angst-cultuur en door het niet begrijpen van typische Afrikaanse begrafenis en reinigings-rituelen ontstond een tot vandaag de dag nog springlevende mythe over de Afrikaanse mens.
Een foto zegt meer dan duizend woorden…..
Check de oorbellen
Still uit een Amerikaanse tekenfilm
Programmeren van racistische ideeën en stereotypen in kinderen, die zullen opgroeien tot volwassenen, gaat sneller met tekeningen. Dat is hoe het brein werkt.
Ontleding van de mythe:
In pre-koloniaal Afrika kenden veel Afrikaanse volkeren het religieuze fenomeen van een overledene twee keer begraven.
De eerste keer, kort na het overlijden, diende als overdracht van het lichaam aan de Aarde. Want volgens traditionele Afrikaanse religies was het vleselijke lichaam uit Moeder Aarde gekomen en moest het na de dood weer tot haar wederkeren.
Uit respect voor een overledene, wanneer deze gedurende het leven een hoge status in de gemeenschap had verdiend, kende men zo iemand de eer toe hem of haar een tweede maal te begraven.
Dit hield feitelijk in dat na verloop van 8 jaren de beenderen van deze persoon werden opgegraven door een speciaal daarvoor getrainde grafdelver. Door hem werden dan ook de beenderen schoongemaakt en in aarden potten geplaatst in een daarvoor bestemd klein huis. Zo een praktijk zag je bij veel volkeren over de hele wereld waar voorouderverering een belangrijke plaats in het dagelijkse leven had.
De wereld-ontdekkende Europeaan zag de huisjes waarin deze aarden potten lagen met daarin de botten van een gerespecteerde overledene. Begreep niet wat hij zag. En verspreidde het nieuws in zijn thuislanden dat Afrikanen mensen-eters zijn.
Het gebruik van iemand twee keer begraven kwam in de koloniale tijd voornamelijk nog voor op het platteland. Deze traditie is in het verleden achtergelaten.
Ook kenden veel Afrikaanse volkeren het ritueel van een spirituele kruidenbad nemen. Waarbij de gemeenschap of een familie samenkwamen. Hiervoor gebruikte men grote koperen ketels, vaak manshoog, waarin heilige kruiden en bladeren zitten. Koper blijkt trouwens een zuiverende werking te hebben op water.
En op voor-bepaalde dagen, bijvoorbeeld aan het begin van de oogsttijd, nam men zo een spiritueel kruiden-bad. Het hield in dat mannen, vrouwen en kinderen met een halve kalebas water uit zo een ketel putten en hun hoofden en lichamen met dit ge-heiligde water besprenkelden.
Het is een spiritueel bad en heeft als primaire functie het gezond en krachtig houden van de kra (bij gebrek aan een beter woord: ziel).
Ook in landen waar ontvoerde en tot slaaf-gemaakte Afrikanen terecht kwamen kent men tot vandaag dit ritueel van spiritueel baden. Zo ook in Suriname waar men het gewoon een wasi noemt. Een wasi is vooral ook effectief om de familiebanden gezond te houden en om gemeenschapszin te bevorderen.
Te zien op de foto: een koperen ketel, met daarin water, bladeren van heerlijk ruikende bloemen, aromatische kruiden en geparfumeerde oliën, kortom de basis benodigdheden voor een heil-zaam en wel-dadig spiritueel bad.
Ook gewoon in huiselijke kring is bijvoorbeeld een oudjaars-bad om het begin van het nieuwe jaar in te luiden normaal…
De begrafenis-praktijken en spirituele reinigingsrituelen van de Afrikaanse mens werden in de koloniale periode door de bijgelovige en door hekserij bezeten christelijke Europeanen niet begrepen.
En uit dit onbegrip groeide de mythe van de Afrikaanse kannibaal die mensen in grote koperen ketels kookt. Met heerlijk ruikende bloemen, bladeren en aromatische kruiden.
Bronnen (onder andere):
– C. J. Wooding; Winti een Afro-Amerikaanse godsdienst in Suriname
– E.A. Wallis Budge; Osiris and the Egyptian Ressurection, volume I
***Lees hier over kannibalisme in Europa door de eeuwen heen***
Een gedachte over “Afrikaanse kannibalen?”